Door Arie Pool
Zaterdagavond in het kleine kerkje van Windesheim. We hebben net nog 2 uur repetitie achter de rug om de laatste puntje op de “i” te zetten. We komen op en kijken de kerk in. Zo’n 30-35 mensen. Op zich niet slecht voor de zaterdagavond in een klein dorpje.
Coert zet in en we beginnen met de latijnse stukken. Ze zitten er goed in, zijn niet al te moeilijk en zijn lekker om er in te komen. “Odi et amo”, “Haat en bemin”. Goed letten op de intonatie. Hard en zacht.
Ik kijk wat verder de kerk in en zie wat bekenden zitten.
We gaan verder met “Come away, death” van Vaughn Williams. Ook niet al te moeilijk en het zingt erg fijn. De spanning verslapt wat, en ik zet te vroeg in. Dom. Coert houdt mij met een handgebaar tegen. De aandacht erbij houden.
De twee Nachtegaaltjes, van Byrd en Weelkes.
Daarna wordt het spannend. De eerste Mäntyjärvi. “Lullaby”. Het stuk bleef tot het laatste toe lastig. Het zit er nog wat twijfelachtig in. Concentreren en niet af laten leiden. De eerste “Philomel” gaat goed. “Philomel with melody. Sing in your sweet Lullaby” . Voor ons, bassen, het moeilijkste stuk. Het regeltje komt twee keer voor, met een iets andere melodie. We hebben nogal de neiging de melodieën door elkaar te halen. En als je het met 3 man zingt en 1 aarzelt tussen de melodieen, valt het meteen op.
De tweede “Philomel” gaat volgens mij ook goed, al hoor ik achteraf dat het wat twijfelachtig was. De sopranen waren na onze tweede “Philomel” enigszins van slag.
Het eerste moeilijke stuk zit er op. We kunnen gaan zitten en luisteren naar de gedichten voorgedragen door Paul Czerwinski.
Na het intermezzo de Madrigalen van Maarten, op muziek van Andries Clement. Ik mopperde laatst nog op de sombere sferen van Maarten. Eigenlijk doe ik de teksten daarmee onrecht. Somber is niet het goede woord. Melancholisch, bedachtzaam zijn betere woorden. De muziek is prachtig. In “Haar vloeren schoven over elkaar”, een gedicht over de Tsunami, kroop het kippenvel over m’n armen. In de muziek hoor je steeds weer het thema van Dies Irae terugkomen, wat een extra lading geeft aan de tekst. “Dood en leven”.
Misschien moet je sommige muziek toch eerst eens gewoon “gedaan” hebben om het te waarderen. Een concert is vergelijkbaar met een smidsvuur. Hete vuren en de slagen op het aambeeld. Het programma wordt erin gesmeed. Door de spanning en de concentratie.
In de tweede Mäntyjärvi gaat bij de mannen weer iets mis. we raken de draad in het “Double Trouble” dieseltje wat kwijt. Kijk eens op http://www.youtube.com/watch?v=b2YzlNGCeAc als je wilt horen wat ik bedoel met het “dieseltje”. Deze groep op Youtube blijft goed in het ritme. En ook nog alles uit het hoofd!
Het grappige is wel dat we na DoubleTrouble applaus kregen.
The Silver Swan van Orlando Gibbons is een stukje waar ik eindeloos van kan genieten.
- The Silver Swan who, living, had no note,
- When death approach’d, unlock’d her silent throat.
- Leaning her breast against the reedy shore,
- Thus sung her first and last, And sung no more:
- “Farewell all joys, O death come close mine eyes.
- More geese than swans now live, more fools than wise.”
Op Youtube staat een prachtige versie van het Hilliard Ensemble.
Als we aan het eind de twee stukken van Handl herhalen zit het er op. Nu het tweede concert nog op zondag.
Ik was gisteren nogal mopperig op de sombere en dissonante klanken in dit concert. Nu we de uitvoering achter de rug hebben, kom ik daar wel op terug. Het was erg leuk om te doen. Het programma was afwisselend en spannend. Het ging niet allemaal even goed, en er zit ook nog erg veel ruimte in voor verbetering. Daarnaast waren er ook de diverse kippenvelmomenten. Dan voel je opeens dat het koor in een soort “flow” komt.
Erg uitdagende muziek voor mij, waar ook nog erg veel te leren valt. En daarom doe ik dit ten slotte ook. Om er iets van te leren.