…maar niet uit het hart

1 en 2 november 2014 hebben Convocaal en On Y Chante uit Amersfoort, twee koren onder leiding van Coert Bremmers, gezamenlijk gezongen. Zaterdag 1 november in de OLV Basiliek in Zwolle en zondag 2 november in de Johanneskerk in Amersfoort.

De muziek die de koren ‘On y Chante’ en ‘Convocaal’ in dit gezamenlijke programma hebben opgenomen valt allemaal te associëren met het thema ‘Allerzielen’. In de rooms-katholieke kerk worden op 2 november al diegenen herdacht, die het afgelopen jaar gestorven zijn.

Het programma is geordend in een aantal blokjes, elk met een eigen perspectief. Het eerste blokje benadrukt in de teksten de sterfelijkheid van de mens in het algemeen, in het tweede ‘een sterfgeval’ in het bijzonder. In het derde blokje een aantal liederen over de dood waarnaar wordt uitgezien. In het vierde blokje gaat het om dood, die na rampen komt. Het vijfde en laatste blokje tenslotte, bevat liederen die troost vragen of bieden.

John Tavener, afgelopen jaar overleden, wordt wel één van de ‘holy minimalists’ genoemd, componisten, die met weinig middelen krachtige muziek weten te componeren, in een idioom dat kan worden beschouwd als een modern vervolg op de orthodox-slavisch stijl. Zijn ‘Our father’, dat een sterk mantra-achtige sfeer oproept met steeds herhalende muzikale fragmenten, omlijst ons programma. Verder zijn daar nog ‘Exhortation & Kohima’ waarin wijduit geschreven eenvoudige akkoorden, vrijwel zonder dissonanten, een bezwerende muzikale wereld scheppen.

De romantische stijl van Mendelssohn, Vaughan Williams, Sibelius, Elgar, Barber en Sullivan biedt smeuïge harmonieën en zoete melodische wendingen, zoals dat hoort bij romantische componisten. Daarbij doen ze allemaal ook speciale dingen om hun teksten te ondersteunen: Mendelssohn kiest voor een mannenkoor in zijn ‘Beati mortui’. Barber’s ‘Let down the bars’ bevat berusting, die zijn weerslag krijgt in lange akkoorden, verwondering, die doorklinkt in de wonderlijke opeenvolging van akkoorden, en de tederheid van de dood wordt vormgegeven door één tel extra in een vierkwartsmaat… En hoor, hoe de wanhoop van degene naast het sterfbed doorklinkt bij Sullivan, bij de teksten ‘thy book of toil is read’ en ‘go to the dreamless bed’

De ‘oude muziek’ is vertegenwoordigd in muziek van Tomkins. Koning David treurt om de dood van zijn opstandige zoon Absalom: de woorden ‘and wept’, ‘o my son’ en ‘O Absalom my son’ krijgen een bijzonder lading, door de herhaling en door het langzaam tot stilstand komen van de motieven. De Victoria die het loflied van Simeon in zgn. alternatim-stijl heeft gezet: afwisselend worden de coupletten in eenstemmig gregoriaans en meerstemmig gezongen.

Naast Romantische muziek, ‘oude muziek’ en een ‘holy minimalist’ vinden we een vierde soort klanken in een aantal ‘luisterliedjes’. In Lawton’s ‘The clouds veil’ horen we een eenvoudig en rotsvast vertrouwen. Het lijkt een gewoon liedje, maar een paar samenklankvondsten tillen het daar boven uit. De koorzetting van Sting’s ‘Fragile’ bezingt de kwetsbaarheid van de mens in ‘breekbare akkoorden’. En in ‘Weggaan’ van de Amersfoortse musicus Kees Velthuis, op een tekst van Rutger Kopland tenslotte, komt de titel van ons programma wel heel dichtbij: ‘niemand neemt afscheid want je gaat niet weg, niemand wacht want je bent er nog’

Geen reacties meer mogelijk.