Weemoed bij Convocaal

De Stentor, maandag 6 maart 2006
Door Lex Gunnink

‘Doulce Mémoire’, concert door kamerkoor Convocaal o.l.v. Coert Bremmers, m.m.v. M-Quintet (Dieuwke Mulder, Froukje Klinge, Maaike Wijlens, Mirjam Golbach en Karin Goossen, accordeons; Jan Joris Goossen, hobo). Doopsgezinde kerk Zwolle, 4 maart.

Convocaal is een van de jongste koren die het Zwolse koorleven rijk is. Het werd opgericht in 1997 en staat sinds anderhalf jaar onder leiding van Coert Bremmers. In het Zwolse korenspectrum is het koor te plaatsen in de hoek waar ook Het Overijssels Kamerkoor actief is: toegewijde amateurs, die zingen onder een professionele koordirigent, die de lat hoog legt, en waarbij minder bekend repertoire niet wordt geschuwd.

Zelfs doorgewinterde concertbezoekers zullen nooit werken van Frans Bullens of Coert Bremmers zelf gehoord hebben. Het koor opende krachtig met ‘Verbum’ van Frans Bullens, een extatisch werk met pittige, gedurfde harmonieën. ‘Verbum’ is origineel gecomponeerd voor de bezetting accordeonquintet en koor en kreeg een trefzekere uitvoering met een mooie dynamiek. Het thema ‘Doulce Mémoire’ (zoete herinnering) kreeg vorm in een chanson van Pierre Sandrin, gevolgd door een mis van Lassus waarin de melodie van het chanson kunstig is verweven. Deze mis van Lassus was voor het koor iets te hoog gegrepen: hier en daar waren wat rafeltjes en losse eindjes te beluisteren, de intonatie was niet altijd perfect en de grote lijn verdween wel eens uit het zicht. In een vijftal koorliederen van Poulenc en Distler waren de vrouwen- en mannenstemmen afzonderlijk te beluisteren, een vergelijking die in het voordeel van de dames uitviel. Zij waren zekerder van hun zaak en beter in uitspraak.

Een eigen compositie van Bremmers viel te beluisteren in ‘Alle welche dich suchen’, oorspronkelijk voor koor en orgel, maar hier begeleid door accordeons. Een spannende compositie, die Bremmers’ voorliefde voor Baltische koorcomponisten alsPärt en Sisask verried. Bremmers wist met een aantal ver uit elkaar liggende orgelpunten een grote muzikale ruimte te scheppen, waarin de koorkklank werd ingebed. Jammer dat dit werk zo kort duurde, want de opening suggereerde een groter muzikaal bouwwerk en het koor zong dit werk vol overgave. Dat kan ook gezegd worden van een aantal koorliederen van Ralph Baughan Williams: gezongen met een fraaie koorklank, die recht doet aan de smeuïge Engelse harmonieën. Het M-Quintet bracht een aantal goed gekozen en gepassioneerd gespeelde Latijns-Amerikaanse intermezzi ten gehore, waarin de melancholie nooit ver weg was, hetgeen natuulijk prima paste: Doulce Mémoire is omzien in weemoed.

Geen reacties meer mogelijk.